Jan en Lut, Stefaan, Wilfied, Hugo en Rit, Dirk en Nicole en Joseph deden het reeds....
maar de 50 "Kerels" en "Porren" van PROMOTIE 1964 :
- En passant vraag ik je CV even te controleren en fouten, aanvullingen of allebei naar mij door te sturen.
Gegevens van "verloren gewaande kerels en porren" zijn altijd welkom en ook nieuwe "WEETJES" van jou.
-
Onze oorlogsgeneratie heeft zeker de brief van Monseigneur Honoré Van Waeyenbergh gelezen,die Geert ons onlangs stuurde. Deze eerwaarde was directeur van mijn school,Sint Jan Berchmanscollege, Antwerpen (1927-1936) en de eerste 2 jaren van ons verblijfin Leuven, was hij rector van de (K)UL (1936-1962). Ik kon eerst mijn ogen niet geloven !Gelukkig hebben wij onze porren nooit zo bejegend en speciaal voor hen hieronder nog eens de integrale tekst:
IN 1936 STUURDE Z.E.H. VAN WAYENBERG, VICE-RECTOR VAN DE
LEUVENSE ALMA MATER , ONDERSTAANDE HERDERLIJK SCHRIJVEN
TER PUBLICATIE NAAR HET LEUVENSE STUDENTENBLAD “ ONS LEVEN “
( uit de Archieven ons overgemaakt door KOENRAAD DEBACKERE,
Professor en Algemeen Beheerder van de K.U.L. )
MEDEDELING VANWEGE Z.E.H. VAN WAYENBERG ,
VICE-RECTOR.
Betrekking tussen Studenten en Meisjesstudenten.
Het wordt den heren studenten op het hart gedrukt dat zij hier te Leuven aan de Hogeschool gekomen zijn eerst en vooral om te studeren en dat zij vooral niet uit het oog mogen verliezen de goede en prijzenswaardige raadgevingen welke zij van hun collegeprofessoren ontvingen. Deze raadgevingen kunnen we herleiden tot deze drie grote deugden : studieijver, soberheid, kuisheid. Zoland zij aan de vaderlijke zorgen van de bisschoppelijke en andere colleges toevertrouwd waren , was het grootste gevaar deze tijden, namelijk de VROUW, voor hen een gesloten boek. Aan de universiteit gekomen, staan zij alleen tegenover dit gevaar. Daarom weest op uwe hoede.
De meisjesstudenten , komende uit de pensionaten , geleid door onze onovertrefbare religieuzen , opgebracht in de vrees des heren, komen hier aan onze universiteit te staan te midden van een vreemde , ja vijandelijke wereld.
Daarom zeg ik tot hen: “ Weest indachtig de parabel der wijze en dwaze maagden en zorgt dat uw olielamp steeds blijft branden. Dit gezegd zijnde , verzoek ik goede nota te willen nemen van het volgende : Het is den studenten en meisjesstudenten ten strengste verboden samen op straat te wandelen, met mekaar andere dan wetenschappelijke gesprekken te voeren- en dan moeten deze gesprekken tot een minimum herleid worden. De meisjesstudenten zijn verplicht steeds uiterst zedig gekleed te zijn, liefst donkere kleuren. Korte mouwen zijn ten strengste verboden evenals decolleté , geverfde lippen, gepoederde wangen en gepolierde nagels, want alle uiterlijk schoon is verderfelijk voor den Heer. Het dragen der pet is geoorloofd , zijnde dit ook door mijn voorganger , maar er weze op gedrukt dat koketterie uit den boze is. De Eerwaarde Moeder Oversten der onderscheiden pedagogieën worden dringend verzocht zich ervan te vergewissen dat de meisjesstudenten , alvorens ’s morgens de pedagogie te verlaten, aan al deze vereisten te voldoen.
Gedrag op Straat .
De meisjesstudenten gelieven steeds met twee over straat te gaan .Zij zijn verplicht steeds den kortsten weg te nemen naar de respektievelijke leslokalen. Zij nemen ten allen tijde een zedige houding aan en stellen zich hierbij als voorbeeld de religieuzen en priesterstudenten . Onnodig te herhalen dat het nooit mag gebeuren dat zij met studenten samen naar de cursus gaan of dezelfde verlaten. Uitzondering wordt gemaakt voor eventuele sekretaressen van faculteitskringen. Professoren, zo wereldlijke als geestelijke worden aanzien als neutrale wezens, tenminste gedurende de uren dat zij les geven, Hetzelfde geldt echter niet voor de assistenten die gebonden zijn door deze schikkingen.
In de cursus
De meisjesstudenten zullen vooraan zitten. Zij zullen door hun houding , hun naarstigheid en stilzwijgendheid hun aanwezigheid doen vergeten aan de studenten, voor wie zij geen afleiding mogen betekenen in het ijverig volgen van de geleerde woorden der heren professoren.
Vergaderingen.
Het is de meisjesstudenten toegelaten de verbondsvergaderingen , opvoeringen Vl. Volkstoneel, doopavonden en vergaderingen der faculteitskringen bij te wonen. Echter moeten zij in alle omstandigheden ten laatste om 22u15 de vergadering verlaten ten einde te 22u30 in hun respektievelijke pedagogiën terug te zijn. In de verbonds- en andere vergaderingen zullen de meisjesstudenten te zamen op de eerste rijen plaats nemen. Na hen zullen de priesterstudenten en paters zich neerzetten, dan eerst zullen de studenten komen opdat het goed weze dat er op de vergaderingen een neutrale zone weze tussen beide geslachten.
In de bibliotheek.
In afwachting dat er een speciaal lokaal ter beschikking van de meisjesstudenten gesteld wordt , zullen de plaatsen bezet worden , en om dezelfde reden als hierboven vermeld. Zijn nog verboden, bioscopen, dancings, patisseries , drank- en eetgelegenheden, kroegen en andere wereldse lokalen, verder wandelingen op de vesten of naar de Zoete Waters.
Ook herinneren wij er de studenten aan dat het ten strengste verboden is, ’s avonds concerten , ’t zij muzikale of vocale te gaan brengen aan de onderscheiden pedagogiën, of kreten te uiten of de huisbel te doen rinkelen. De pedagogiën zijn huizen des vredes en der stilte.
Bezoeken.Het is den meisjesstudenten thans verboden hun broeders studenten op hun studiekamer een bezoek te brengen- onnodig hier te zeggen dat het op straffe van wegzending verboden is een bezoek te brengen aan studenten met wie men in geen familiebetrekking staat. Wanneer een studentin in de pedagogie in uitzonderlijke gevallen bezoek ontvangt van een mannelijk wezen , dan zullen den Eerwaarden Zusters, belast met de orde, er voor zorgen dat zij steeds op behoorlijke afstand blijven. Ik bedoel hier het meisjes- studente en haar bezoeker, liefst zullen zij aan weerszijden van een tafel plaats nemen. Het is ook noodzakelijk dat een Eerwaarde Zusterdiscreet deze bezoeken volgt.
Het weze de Zeer Eerwaarden Moeder Overste der onderscheiden pedagogiën op het hart gedrukt mij die meisjesstudenten te signaleren die een uitzonderlijk groot aantal brieven ontvangen. Ook dienen zij er streng de hand aan te houden dat op de kamers der meisjesstudenten geen mannelijke foto’s of diergelijke de austeriteit dezer plaatsen storen.
Moest het geval zich voordoen dat een meisjesstudente andere dan wetenschappelijke betrekkingen onderhoudt met een student, dan moet mij dit onmiddellijk medegedeeld worden, opdat dadelijk de nodige maatregelen zouden getroffen worden om beide verdwaalden terug op het rechte spoor der deugd te brengen . Indien deze schikkingen met tucht en liefde gevolgd worden, dan zullen we gelukkig zijn het onze ertoe bijgedragen te hebben om te komen aan onze geliefde Alma Mater tot de strenge, scherpe en weldoende scheiding der geslachten.
Gedaan ten Vice-Rectoraat
St. Michielsstraat , Leuven
10 November 1936.
Geert