LEUVEN VLAAMS

MEI ’68,  OF  WAS  HET  ’66, OF  OOK  AL  IN  1964 ?

 

VOORAF

De foto die webmaster Hans ons bezorgde, van mooi gespierde jaargenoot Ulrik, die lang geleden in de kelder van het Gymnasium al een klein fitnesscentrum maakte, en daarnaast recent de opening in het Universitair Sportcentrum van een nieuw immens, Amerikaans-uitziend fitnesscentrum, bezorgde me een trip down memory lane. Een kijk op de evolutie van het Sportkot, en bij uitbreiding van de ganse KULeuven. De Beachvolleybalzaal boven datzelfde  fitnesscentrum (met een vloer van fijn zand en een beregeningssysteem aan de zoldering) is zo gigantisch dat ze aan een Amerikaans rector doet denken, die de klassieke quote  bij  de  opening  van een gebouw omkeerde en zegde:’ Laat ons hier een universiteit maken,waar onze sportploegen fier kunnen op zijn’.

Daarnaast plaatsen we het citaat van een Leuvens vice-rector in de zestiger jaren, waarin hij de splitsing van de Leuvense universiteit ‘ Un crime contre la culture’ noemde. In schoon Vlaams, een aanslag op de beschaving dus. Die cultuur was volgens hem Frans, en was noodzakelijk om de Vlaamse studenten mee op te stoten in de vaart der volkeren. Quod non, zoals in het slot van deze tekst zal blijken. Samen met het verslag van het presidium van Apolloon dat onlangs op deze site kwam, plaatsen we een en ander in context, en blijkt dat ook onze promotie 1964 in die evolutie een rol heeft gespeeld.

1. 1964: De memoires van een groep jaargenoten

Het memorandum van 3 maart 1964, waard om door ons gememoreerd te blijven, en door Geert aan Hans werd bezorgd (Weetje 55) , begon met een woord van dank aan Prof De Nayer, hoewel het de bedoeling was van de jonge aanwezigen op die vergadering om ergens tegenaan te bonken. Met de nodige zelfbewustheid en lef, noemde het presidium het verslag van de bijhorende’ ILO-Studieraad’, een verslag van de ‘Faculteitsraad’, hoewel het ILO in die tijd nog helemaal geen faculteit was. Toen De Nayer het Gymnasium bouwde, was er in 1936 al wel voor de studentensport een ‘ Comité des Sports’ opgericht. Een van de leden, en zo betrokken bij de bouw van het Gymnasium, was de nu beroemde kanunnik Prof Georges Lemaître, bedenker in 1931 van de Bigbangtheorie (kwantum fysica en het begin van de wereld), die de aardse kijk op de cosmos voorgoed zou veranderen. Einstein zegde erover: ‘  Dit is de mooiste en meest bevredigende uitleg over het heelal dat ik ooit hoorde’. Lemaître was dus het archetype van wat voor ons ‘Mens sana in corpore sano’ is. Hij was een verwoed tennisser, en werd zelfs eens bij de bisschop geroepen omdat hij niet in zijn soutane, het lang zwart priesterkleed, tenniste.

Het ILO dan: In 1937 trok De Nayer, die door de rector verantwoordelijk was gesteld voor de uitbouw van een universitair sportcentrum, de Hongaarse trainer Balogh aan, en in 1940 werd Michel Bottu, turnleider in een Brussels kring, aangesteld als lesgever. Het was echter pas in 1942 dat De Nayer de ‘School voor Opleiders’ kon oprichten, met een programma van drie jaar, dat dankzij een vierde jaar dat ingericht werd door de universiteit (de faculteit Geneeskunde) leidde tot ons diploma ‘Licentiaat Lichamelijk opleiding’.

Het ILO-presidium was in 1964 vooruitziend, want toen al confederalistisch. Het baseerde zich op de standpunten van faculteitskring Apolloon, maar ook op die van de Franstalige studiegenoten van Sportcoq.

Ook inhoudelijk was het memorandum vooruitziend, want het vroeg in 1964 al om een vijfde jaar in de Kine-opleiding,  zodat voldoende stage zou kunnen voorzien worden, een plan dat pas vijftig jaar later gerealiseerd kon worden. Essentieel erin echter was de vraag naar Nederlandstalige lesgevers voor de Vlaamse studenten. Vlaams was ook de goedhartigheid in het memorandum, door ‘medelijden’ te tonen voor ‘de heren Balogh en Wielki’. Wanneer die laatste ons aan de zwembak zegde: ‘Op de fluut in de wotter’, dan begrepen we immers dat we niet op de fluit, maar wanneer hij floot,  in het water moesten springen. Met de nodige balls en dus  boenk erop, werd Huenens ‘antipatie tegenover de Vlamingen’ verweten. Al bij al was qua inhoud en vorm, het verslag van het studentenmanifest van betere kwaliteit, dan het verslag van de lesgevers in de Studieraad. Als verslaggever van het memorandum was jaargenoot Guy van Looke  dan ook meer actief (en nuchter) dan bij de verslaggever van de ILO-studieraad , Paul Wouters om hem niet te noemen, het geval was. De administratie in het ILO van toen was een mager beestje. Bij een bezoek aan emeritus-de Nayer thuis, vertelde hij me dat als er geld nodig was hij te voet van op de vest naar het rectorshuis in de Naamse straat ging. De rector haalde dan een aantal bankbiljetten uit een oude sigarendoos, en schreef het betaalde bedrag nadien in op in de binnenkant van een doodsbrief van toen. In verband met dat fameus memorandum: Chapeau voor de studenten die lid waren van het presidium: namelijk: Bogaert, De Cleer, Declerck, Goubert, Lambrix, Offeciers, Speeleveld, Van Gerven en Van Looke.

2. 1966: Mandement en…Walen buiten!

Door bevolkingsaangroei en democratisering barstte de Leuvense universiteit stilaan uit haar voegen en werd bijkomende infrastructuur hoogst nodig. Dus kwamen er uitbreidingsplannen. De Vlaamse studenten vreesden een nog sterkere verfransing van de stad Leuven, en een corridor Brussel-Leuven die Vlaams Brabant meer zou verfransen. De minieme aanpassingscapaciteit ook vandaag van de Franstaligen in huidige faciliteitengemeenten toont aan dat die vrees,ondanks de taalgrens van 1963, niet ongegrond was. De Vlaamse studenten eisten daarom dat de Waalse studenten naar Wallonië zouden verhuizen. De kerkelijke macht van toen, dacht zonder overleg haar wil te kunnen opleggen, en kardinaal Suenens kondigt met de verzamelde bisschoppen op 15 mei, het beruchte mandement af. De universiteit blijft één, en wel in Leuven. Al de dag erna gooien Vlaamse studenten de ruiten in van Franstalige clubs. In die Franstalige studentenclubs was er een arrogant superioriteitsgevoel, wat ook bleek uit de uitnodigingen voor Brel ,en de bisnummers voor songs, en uitlatingen waarin Vlamingen geschoffeerd werden. Als voorbeeld van de vele:’ Vive les Belgiens,merde pour le Flamingants et les Bourgeois’, of later:  ‘Les Flamands, Nazis durant les guerres,et catholiques entre Elles.Messieurs le Flamingands, je vous enmerde’. De Vlamingen hadden dus met de Franstaligen nog een eitje te pellen en de slogan ‘Walen buiten!’ was geboren, nadien als reactie gevolgd door: ‘Nous restons à Louvain!’. De Vlaamse volksvertegenwoordiger Jan Verroken (CVP) steunt de studenten en kondigt een wetsvoorstel aan dat feitelijk neerkomt op de splitsing van de universiteit. Joos Somers (eerst Volksunie en later CVP), vader van huidig minister Bart (eerst Volksunie en later VLD) was toen voorzitter van de CVP-jongeren, en eist zonder meer het vertrek van de Walen.

Wanneer de academische overheid de dag nadien enkele studenten aan de deur zet, breekt ook onder andere in Mechelen protest uit. Een honderdtal Leuvense studenten, ook van mijn studentenklub moeder Mechlinia, willen biddend(!) een zitstaking houden in de kathedraal, waarop de vicaris de politie verwittigt die met veel machtsvertoon de studenten buiten drijft. Buiten de kerk stond een ook grote menigte die op slag ‘We shall overcome’ begon te zingen. Enkele dagen later gingen leerlingen van het Sint Romboutscollege betogen voor het bisschoppelijk paleis. De vader van gewezen rector Rik Torfs, die al twintig jaar voorzitter was van de oudleerlingenbond van het college,nam ontslag omdat het college, net als veel andere colleges, zich zo engageerde in de actie voor Leuven Vlaams.

Memorabele dag was Pinksteren op 29 mei. Suenens concelebreerde er de hoogmis (Suzanne en ik waren aanwezig), en zodra de preek begon begonnen de studenten in een bomvolle kathedraal de kardinaal uit te jouwen. Hij sloot zeer snel zijn preek af met  de woorden:‘ En ik wens jullie nog een zalige hoogdag!’ Buiten stond ook een massa de kardinaal uit te jouwen met de slogan ‘Suenens of Barabas? Barabas!’ Het waterkanon kwam eraan te pas en 35 personen werden aangehouden. Ook bij een latere misviering kwamen er veel (gelovige en ongelovige) studenten naar de dienst, en volgden die met de rug toegekeerd naar Suenens. Het academiejaar eindigt in volle chaos, en zo start ook het volgend nieuw jaar.

Op dat ogenblik komt Mechelaar Paul Goossens als studentenleider naar voor. Zijn oudere broer Herman is van mijn retorica en hun familie woonde ook een tijd in onze straat. Over Herman die ingenieur werd niks dan goed, en samen met college-jaargenoten steken we nog geregeld de benen onder tafel. Paul  echter zat na het college in Mechelen een tijd in het seminarie voor priester, studeerde dan twee jaar in Namen en volgde de licenties Economie in Leuven. Snel werd hij preses van het toen grote KVHV, hoofdredacteur van ‘Ons Leven’ ( traditioneel iets anders dan Veto nadien) en tenslotte werd hij ook de stichter van de Studentenvakbeweging. 

3. 1968 : Val van de regering Van den Boeynants

         

          

Naast in Leuven sloeg zoals in andere Vlaamse steden, ook in Mechelen de vlam weer in de pan. Gedurende de lesuren ( massaler dan nu voor klimaatbetogingen het geval is) trokken leerlingen van het college en het Klein Seminarie ( waar de Nayer als intern zijn humaniora volgde, en ikzelf mijn loopbaan als leerkracht begon) door de binnenstad, en trachtten de leerlingen van het officieel onderwijs zoals het atheneum mee te krijgen, echter zonder veel succes. De meisjes van de Ursulinen protesteerden ook, maar dan op z’n meisjes. Ze kwamen naar school in jeans in plaats van in het verplicht uniform! In het ‘Strijdkomitee zaten naast Joos Somers,  Andre Geens (de latere minister) en student Rechten in Leuven Luc  Vandenbrande, oud-leerling van het college die ons later hielp om de Kine-opleidingen universitair te houden.

Kwam dan de interpellatie van Jan Verroken in het parlement. De tijd van de autoritaire kerkleiders was voorbij, en de regering viel over Leuven Vlaams. Op een laatste betoging met zo’n drieduizend deelnemers kwam er de bocht van Goossens die na de vele acties in gans Vlaanderen, met geen woord meer repte over Leuven Vlaams, maar het had over democratisering, en studentenloon. De leden van AMADA (Alle Macht Aan De Arbeiders), door de andere studenten de Amadezen genoemd, loofden communistische regimes, en gingen in Limburg de mijnwerkers steunen bij de (eigenlijk te late) sluiting van de mijnen. Dat groepje hoopte in de slipstream van Leuven Vlaams de dynamiek verder te zetten, echter met een anti-Vlaamse en marxistische oriëntering die in Paul Goossens zelf en in de PVDA nog verder leeft.

4. Besluit:  Was Leuven-Vlaams een goede zaak?

Om na te gaan of het het doemdenken van de Franstaligen over de splitsing van de universiteit, voor de Kuleuven werkelijkheid werd of niet, verwijzen we naar een valide en betrouwbare test, namelijk de recentste ‘World University Rankings’ die Times Higher Education publiceerde. De scores voor de universiteiten zijn voor 90% gebaseerd op de kwaliteit van onderwijs en onderzoek. Het internationaal karakter van de instelling telt voor 7,5%, en de inkomsten vanuit de industrie voor 2,5%. Een belangrijk criterium is het aantal publicaties per onderzoeker. In de top-10 lijst staat Oxford bovenaan,en is Cambridge vijfde. Alle overige universiteiten in de top-10 zijn Amerikaans. Hieronder de plaatsen van de Belgische univeriteiten:

42: KULeuven

96: UGent

143: UAntwerpen

158: UCL

201-250: ULB

251-300: VUB

351-400 : UHasselt

351-400:ULiège

Conclusie is duidelijk. Splitsing was positief voor de KULeuven. Een pluim ook voor Vlaanderen. Alleen drie Vlaamse universiteiten staan in top 150

Jan