Wat je moet weten van :  Apolloon

 

De voorbije winterdagen bieden de tijd om op te kuisen; bij het 'deleten' van documenten vond ik de tekst terug van een verhandeling van 2008 over de faculteitskring Apolloon.
De auteur van deze masterthesis, Erik Thibaut, contacteerde mij meermaals en ik gaf hem de documenten die ik bezat en zorgde voor de nodige correcties.
Vooral pp. 45-48 gaat over onze tijd; 
Zoals zo vaak belooft men om een exemplaar te bezorgen maar ook nu weer ontving ik niets.
Misschien toch plezant om eens te lezen.
.

DEEL IV. APOLLOON: MEER DAN ALLEEN ONTSPANNING (1964-1975)

Geert Goubert volgde in het academiejaar 1963-1964 Ivan Ballet op als praeses van Apolloon. Voor hem hield de functie van praeses het volgende in: “Het bestuur moest ervoor zorgen dat haar leden geholpen en gesteund werden in alles wat faculteits- en universiteitsgebonden was” (Goubert 2008). Vanaf 1963 ging stond Apolloon mee vooraan in de sociale strijd voor een Vlaamse universiteit in een Vlaams Leuven de Vlaamse toer op: waar de acties de voorgaande jaren beperkt bleven tot sporadische losse flodders, wilde Geert Goubert de vertegenwoordiging van de leden op elk niveau verhogen (Goubert 2008). Zo woonde Apolloon de vergaderingen van het FK actief bij. Het FK begon, naast het aloude KVHV, in deze woelige jaren een belangrijke rol te spelen in het studentenleven (Goubert 2008). De aanwezigheid van Apolloon was een opmerkelijke verandering, omdat Apolloon de jaren voordien zelden had deelgenomen aan deze vergaderingen.

Het programma van ontspannende activiteiten bleef hetzelfde als de voorgaande jaren: cantussen, een TD in de zaal Corso (Goubert 2008)… Het Lentefeest kende nog altijd een gelijkend verloop als de jaren voordien: alle studenten droegen op deze dag hun uniform, aanwezigheid was verplicht. Een turndemonstratie van de keurploeg van Michel Bottu vrolijkte het geheel op (Goubert 2008).

Apolloon organiseerde een uitgebreide controversiële driedaagse studiereis naar de ‘Amsterdamse Academie’ voor de studenten van tweede licentie. Tussen Apolloon en deze academie bestonden reeds jaren goede contacten, maar de uitwisselingen beperkten zich meestal tot enkele ontspannende activiteiten. Professor de Nayer en Michel Bottu protesteerden tegen de driedaagse reis; beiden ondernamen ze pogingen om de uitstap te voorkomen. Michel Bottu toonde zich immers een fervente voorstander van de Skandinavische dynamische gymnastiek en vanuit zijn visie was het ontoelaatbaar om de studenten grondig te laten kennismaken met de ‘heidense’ Oostenrijkse gymnastiek van de hogeschool van Amsterdam. Desalniettemin gingen alle studenten van de 2° licentie mee naar de Nederlandse hoofdstad. Het praesidium organiseerde er meerdere studie-uitstappen. De verbroederingscantus en de sportcompetities zorgden voor aangename ontspanning (Goubert 2008).

Het ontstaan van de leuze ‘Leuven Vlaams, Walen buiten’ kunnen we omstreeks 1963 situeren. In het stadscentrum kenden de Franstalige studenten en de Vlamingen dagelijks conflicten. De cafés van de Walen kon men vooral vinden op de Grote Markt terwijl de Vlamingen hun avonden meestal op de Oude Markt doorbrachten. Regelmatig moest de politie tussenkomen in vechtpartijen (Ballet 2008). De aanleiding van deze gespannen verhouding is terug te vinden in het voorgaande academiejaar 1962-1963, toen de Franstalige professoren de beslissing hadden genomen hebben om de vereniging ‘Association du Corps Académique et du Personnel Scientifique de l'Université de Louvain’ (ACAPSUL) op te richten. ACAPSUL eiste voor Leuven hetzelfde taalregime als in Brussel (Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, 1975: 144-145). De Walen wilden het behoud van de unitaire universitaire structuur en uitbreiden tot in Waver en Brussel, zodat de verdere verfransings van Leuven en Vlaams Brabant zou kunnen gerealiseerd worden.

Het Sportkot kende relatief weinig problemen tussen de twee taalgroepen (Goubert 2008). Hoewel de Franstalige en Nederlandstalige sportkotters weinig contact hadden, zochten beide kringen enkele malen toenadering. Zo kunnen we de uitnodiging van Geert Goubert voor de doop van de Franstalige sportkotters op dertig oktober 1963 vermelden (Goubert 2008). De uitnodiging kwam van Sportcoq, de vereniging die de Franstalige studenten van Sportkot verenigde (Goubert 2008). We merken dus een naamsverandering op: het ‘Cercle Wallon IEP’ van 1955 was in 1963 omgevormd tot ‘Sportcoq’ (Geert Goubert 2008). De relaties met de Franstalige sportkotters konden nochtans gespannen zijn. In het Sportkot zorgden de marsen op Brussel van 1961 en 1962 voor problemen wegens de aanwezigheid van duizenden Leuvense studenten waarvan veel sportkotters. De Vlaamse drukkingsgroep Vlaams Aktiekomitee Brussel en Taalgrens (VABT) richtte deze marsen in. Geert Goubert nam deel als praeses van Apolloon aan de twee marsen van veertien oktober 1962 en was samen met veel sportkotters lid van de ordedienst. (Goubert 2008). Tijdens de twee marsen stonden Vlaamse eisen centraal, zoals de aanpassing van de Kamerzetels, het Nederlandstalige karakter van Brabant, taal van de arbeiders is taal als van de fabriek, enkele eisen in verband met wetenschappelijk onderzoek (Vlaanderen kreeg toen 19 millioen, Wallonië 53 millioen frank) , geen kastescholen voor franstaligen in Gent en Leuven, werk in eigen streek, afschaffing van vervalste  talentellingen… De marsen zorgden echter niet voor grote rellen, zoals later wél het geval zou zijn (Gijselings 1986: 119). Uit dit alles blijkt dat het politieke Vlaamse aspect meer op de voorgrond stond dan de jaren voordien.

Gouberts praesesschap kenmerkte zich door politieke en sociale standpunten op allerlei vlak. Vooral in de faculteitsraad wou Geert Goubert “Meer inspraak voor de studenten van Apolloon” (Goubert 2008). Geert Goubert probeerde de stem van Sportkot in het FK te vergroten door middel van aanwezigheid in de FK-raden. Het verhogen van de studenteninspraak in het ILO was een meer delicate kwestie. Het professorenkorps bestuurde het ILO zeer autocratisch. Onder leiding van professor De Nayer beslisten de lesgevers over alle belangrijke zaken; de stem van de student werd niet of nauwelijks gehoord. Op de Studieraad (dit is een vergadering van alle Nederlandstalige lesgevers) mocht er geen enkele student aanwezig zijn. De studenten aanvaardden eveneens over de Nederlandsonkundige lesgevers (ondermeer Ballogh, Wielky, Soentchen en Huenens) niet langer  (Goubert 2008). Op vijftien oktober 1963 werden de statuten van Apolloon herwerkt. In deze statuten die in het bezit zijn van Geert Goubert, kunnen we ondermeer de volgende zaken lezen: “Deze vereniging stelt zich tot doel de studenten te helpen op het gebied der studie, ontspanning en kultuur”; “De vereniging is aangesloten bij het FK”; “De vereniging behoudt zich het recht voor om op te treden als vertegenwoordigster van de studenten van het Instituut” (Goubert 1963). In bijlage 6 kan men deze statuten lezen. Het presidium veranderde de statuten als voorbereiding op de eis van vertegenwoordiging op de studieraad (Goubert 2008). Door middel van een open brief aan professor De Nayer vroeg Apolloon om enkele punten op de eerstvolgende faculteitsraad te bespreken (Goubert 2008). Eén van de vele vragen betrof de “Aanwezigheid van de studenten op de fakulteitsraad, dit om een betere samenwerking tussen professoren en studenten, alsook om een positieve deelname in de werkzaamheden en voorstellen van de fakulteitsraad te bekomen” (Aan de heer prof. De Nayer 1964). Andere eisen van het presidium hadden als onderwerp de komst van de meisjes van Parnas, de vraag naar Nederlandstalige leerkrachten, een betere regeling van de stages van de kinesisten (zie bijlage 8)… Het verslag van de bewuste studieraad waarop de professoren de eisen van Apolloon besproken hadden, kwam bij toeval (sic) in de handen van Geert Goubert (zie bijlage 7). Hieruit kon hij opmaken dat de professoren tegemoet kwamen aan vele eisen van het presidium. Enkele belangrijke vragen wou het professorenkorps echter niet inwilligen. Zo mocht Apolloon slechts vertegenwoordigd zijn op “Eén of twee vergaderingen van de Studieraad” (Verslag der vergadering 1964), een beslissing die Geert Goubert als het grootste minpunt bestempelde (Goubert 2008). Om te mogen zetelen in de studieraad, moest Apolloon haar statuten voorleggen, “Opdat de Studieraad zou kunnen nagaan in hoever deze een verantwoording zijn van de afvaardiging” (Verslag der vergadering 1964). Op drie maart richtte het praesidium een vergadering in waarop alle leden van Apolloon aanwezig mochten zijn. Deze vergadering had tot doel om de mening van de studenten te horen, om op deze manier een representatief antwoord te kunnen formuleren op de Studieraad van zevenentwintig februari. “De praeses drukt zijn tevredenheid uit over de zeer talrijke opkomst, wat volgens hem het representatief karakter van Apolloon en de belangstelling bij de studenten voor deze vergadering bewijst” (Van Looke 1964). De acties van Geert Goubert werden echter niet gunstig onthaald door alle professoren en meer bepaald door prefect Jan Wouters. Ze beseften immers dat ze voor het eerst te maken hadden met een overtuigde en beargumenteerde eis van de studenten. Een simpele ‘nee’ deze keer niet zou volstaan. In een impulsieve bui stormde de prefect een les van tweede licentie binnen met de woorden “Geert Goubert, gij moet uit het Sportkot verdwijnen”, waarna alle studenten (met voorop de latere decanen Van Gerven en Pauwels en vice-decaan Persyn ) naar voor stapten en zeiden: “Hij eruit, wij eruit” (Goubert 2008). De actie ging voort; het praesidium richtte een brief aan Huenens, docent basketbal en voetbal. Deze Franstalige leerkracht was de leider van de universitaire ploeg basketbal en door haar goede prestaties kreeg de ploeg een reis naar Duitsland aangeboden. Hoewel vooral Vlamingen meerdere Nederlandstalige sportkotters deel uitmaakten van de universitaire ploeg, nodigde de lesgever bijna uitsluitend enkel Franstalige basketters uit om hem te vergezellen. Het praesidium was woedend: “Geloof ons Mr. Huenens dat wij deze kaakslag niet meer nemen. Nu niet meer en nooit meer” (Aan de heer Huenens 1964). Geert Goubert contacteerde alle professoren en hij hengelde naar hun steun in verband met de grieven van de studenten. De praeses hield een nauwkeurige lijst bij van voorstanders, tegenstanders en de twijfelaars over de rechten van de Vlamingen. Uiteindelijk kregen de studenten de gewenste inspraak in de studieraad (Regime Français 1964).

Ter gelegenheid van het Lentefeest organiseerde Apolloon de loopwedstrijd Dwars door Leuven. Uit deze organisatie die in samenwerking met het FK en het SK gebeurde, blijkt nogmaals dat Apolloon zich opengesteld had naar andere faculteiten. De toestemming van burgemeester A. Smets werd bekomen om de wedstrijd te laten plaatsvinden op zestien maart. Tot 1959 was deze activiteit in het Leuvense een klassieker georganiseerd door het FK, maar nadien verdween ze van het programma. Apolloon knoopte terug aan met deze traditionele aflossingswedstrijd doorheen de straten van Leuven. De overwinnaar kreeg “55 F. + een vat van 30 liter” (Waarde preses 1964).

.

 

(Lente)groet,
 
Geert